H

Lees informatie over hormoonimplantaten, de fret als huisdier en huisvesting van de fret.

  • Hormoonimplantaten
  • Huisvesting
  • De fret als huisdier

Hormoonimplantaten

Hormoonimplantaten

De Universiteitskliniek in Utrecht is al enige tijd bezig met onderzoek naar bijniertumoren bij fretten en de mogelijkheid om deze te voorkomen. Uit eerder onderzoek is naar voren gekomen dat castratie of sterilisatie mogelijk een rol spelen bij het ontstaan van bijniertumoren op latere leeftijd. Daarom is er gezocht naar alternatieven voor chirurgische castratie en sterilisatie.

Hormoonimplantaten als deslorelin (Suprelorin®) bleken heel goed te voldoen. Deze implantaten onderdrukken (tijdelijk) de afgifte van geslachtshormonen. Het gedrag en de geur veranderen hetzelfde als bij een chirurgische castratie/sterilisatie. Vrouwtjes worden niet meer loops en hebben daardoor ook geen last van beenmergdepressie. Mannetjes en vrouwtjes zijn niet meer bronstig of vruchtbaar. Beide vertonen minder territoriaal gedrag en kunnen meestal weer met andere fretten spelen. Je kunt het zien als een 'chemische' castratie/sterilisatie.

Het middel heeft weinig bijwerkingen. Er zijn twee soorten op de markt. Het “kleine” implantaat werkt ongeveer 2 jaar. Het “grote” implantaat ongeveer 3-4 jaar. Een implantaat is eenvoudig toe te dienen. Dit kan zonder narcose. Het is vergelijkbaar met het plaatsen van een identiteitschip.

Op welke leeftijd worden implantaten geplaatst

Implantaten kunnen vanaf 3-4 maanden leeftijd geplaatst worden. Bij vrouwtjes wachten we liefst tot de maand januari volgend op haar geboorte. Bij mannetjes wachten we meestal tot ze duidelijk seksueel gedrag gaan vertonen.

Huisvesting

Huisvesting

Een fret is een solitair (= alleen) levend dier. Het is mogelijk om 2 tot maximaal 3 fretten te houden. Belangrijk hierbij is wel dat de mannetjes gecastreerd worden. Echter: vaak leven fretten in stress bij elkaar (ook al liggen ze bij elkaar). Dit komt tot uiting in de vorm van maagzweren. Een fret braakt moeilijk, het eerste symptoom is daarom zwarte ontlasting.

Het is mogelijk de fret zowel binnen- als buitenshuis te huisvesten. Eén enkel vrouwtje of een gecastreerd mannetje in de huiskamer is meestal geen probleem, mits de uitwerpselen dagelijks worden weggeruimd. Voor huisvesting binnen is er tegenwoordig keus uit vele maten hokjes. Een apart nachthokje in de kooi is prettig. Voor huisvesting binnen kan dit bijvoorbeeld een kartonnen doos zijn (kan geregeld worden ververst) met wat lapjes of oude handdoeken erin. Een nachthokje kan natuurlijk ook van hout gemaakt worden, liefst met scharnierend deksel en een rond gat in de voorkant, zodat de fret er net door naar binnen kan. Omdat er soms voedsel meegenomen wordt in het nachthok moet er dagelijks worden gecontroleerd of "het bed" nog schoon is. Op de bodem van de kooi kan eventueel wat grove houtmot worden gestrooid.

De fret is van nature zindelijk, d.w.z. hij gebruikt het liefst een vaste plek als "toilet", zo ver mogelijk van zijn slaapplaats. Maak hiervan gebruik door in de hoek tegenover het nachthok een plastic bakje met goed absorberend kattengrit te zetten. Dit kan bijvoorbeeld een klein afwasteiltje zijn met daarin uitgesneden een lage instap. 

Vrij in de kamer rondlopen is heerlijk voor een fretje. Hij zal overal op, onder, tussen, achter en overheen klauteren. Iets vernielen doen fretten niet gauw, wel rommel maken als het kan, bijv. planten uitgraven is een leuke bezigheid. Laat hem nooit zonder toezicht los lopen, want door zijn nieuwsgierigheid zou hij in een gevaarlijke situatie kunnen komen. Wees bedacht op openingen waar het fretje in zou kunnen kruipen en u hem niet meer uit kunt halen. Als u de fret leert dat hij uit de kooi mag wanneer hij zijn behoefte heeft gedaan, zal hij zich heus niet gauw vergissen in de kamer. Mocht dit toch gebeuren, zet dan een "frettenbakje' met grit en een hoopje op die plek.

Buiten wandelen kan ook, mits in een deugdelijk tuigje. Wees vooral op uw hoede voor honden en vermijd sterk vervuilde grasvelden.

De fret als huisdier

De fret als huisdier

Een fret die van jongs af aan in nauw contact met de mens is opgegroeid, is een prettig en aanhankelijk huisdier.  Eenmaal losgelaten uit de kooi is hij zo blij dat hij als het ware danst van vreugde, onderwijl luid kwetterend. Soms weet hij van gekkigheid niet wat te doen. Oplettend volgt hij al je doen en laten en heeft hij niets liever dan dat je je intensief met hem bezighoudt.

Bij de aanschaf van een fret kan het best een jonge pup van 6-8 weken worden genomen. De keuze van een mannetje of vrouwtje hangt af van de persoonlijke voorkeur. Een mannetje wordt groter maar stinkt meer, tenzij hij wordt gecastreerd. Een fret is niet geschikt als huisdier voor hele jonge kinderen. Doordat kinderen in hun argeloosheid en onwetendheid de dieren weleens onjuist kunnen behandelen, lopen ze het risico te worden gebeten.

Een jonge fret moet worden opgevoed. Zindelijk zijn ze van nature. Het bijten, alhoewel niet agressief bedoeld, naar mensen en andere huisdieren moet consequent met een tik op de neus worden afgeleerd.  Ze zijn totaal niet bang voor andere aanwezige huisdieren als kat of hond. Het contact tussen hen moet daarom in goede banen worden geleid; meestal gaat het erg goed. Ze kunnen eventueel getraind worden om simpele commando’s op te volgen, zoals komen als de naam wordt geroepen. Tevens kunnen ze leren lopen aan een riempje om de nek of in een borsttuigje.

Terug naar Fretten informatie