T

Lees meer informatie over teken en tumoren bij de hond.

  • Teken
  • Tumoren bij de hond

Teken

Teken

Er komen steeds meer teken voor in Nederland, het gaat hier voornamelijk om de Ixodes ricinus teek. Ook is er een nieuwe teek in Nederland die eerder alleen rond het Middellandse Zee gebied voorkwam: de Dermacentor teek. Teken kunnen onder meer de ziekte van Lyme, Ehrlichiose en Babesiose overbrengen. Van de ziekte van Lyme ondervinden honden en katten veel minder en mildere klachten dan mensen, Babesiose daarentegen is een dodelijke aandoening. Beschermen tegen teken kan op verschillende manieren. 

Inleiding

Ieder voorjaar dienen ze zich weer aan: de teken. Teken komen voor in het bos, in struiken, heide en lang gras. Als er een zoogdier, bijvoorbeeld een hond, kat of mens, langsloopt, springen ze hierop. Vervolgens ketenen ze zich vast in de huid en gaan langzaam bloed zuigen. De teek zwelt hierdoor op van 0,1 cm tot wel 1 cm groot. Tijdens dit bloed zuigen kan de teek verschillende gevaarlijke ziekten overbrengen.

Tekensoorten

Ixodes ricinus

Ook wel de ‘normale’ Nederlandse teek of schapenteek genoemd. Deze teek brengt o.a. de ziekte van Lyme over.

Dermacentor reticulates

Kwam tot voor kort alleen rond het Middellandse Zee gebied voor, want de teek kan alleen maar overleven bij warme winters. Tegenwoordig ook in Nederland aangetroffen. Deze teek brengt o.a. de ziekte Babesiose over.

Overdraagbare ziekten

  • Ziekte van Lyme: wordt veroorzaakt door de parasiet Borrelia burgdorferi die leeft in de teek Ixodes ricinus. De parasiet tast het zenuwstelsel, het hart en de gewrichten aan. Als ziektesymptomen zien we daardoor koorts, wisselende kreupelheid, gewrichtszwelling, opgezette lymfeknopen, verminderde eetlust, lusteloosheid en nierfalen.
  • Ehrlichiose: wordt veroorzaakt door de parasiet Ehrlichia canis. Deze parasiet kan door verschillende teken worden overgebracht en gaat in de witte bloedcellen zitten. Als ziektesymptomen zien we koorts, verminderde eetlust, gewichtsverlies, opgezette lymfeknopen en bloedingen.
  • Babesiose: wordt veroorzaakt door de parasiet Babesia canis die leeft in de teek Dermacentor reticulates. De parasiet nestelt zich in de rode bloedcellen, waardoor het lichaam deze rode bloedcellen als lichaamsvreemd gaat zien en ze kapot maakt. Als ziektesymptomen zien we bloedarmoede (wat zich uit in sloomheid en bleke slijmvliezen), koorts en rood/bruin gekleurde urine.
  • Overig: Anaplasma, Ricketsia en nog vele andere parasieten. Deze parasieten veroorzaken voornamelijk erg vage klachten zoals sloomheid, milde kreupelheid, iets verminderde eetlust etc.

Diagnose

Via bloedonderzoek kan een besmetting met één van bovenstaande ziekten aangetoond worden. Echter moet wel goed bedacht worden dat een besmetting niet automatisch tot klachten leidt en daardoor een positieve bloedtest niet altijd de verklaring van de klachten geeft.

Behandeling

De behandeling bestaat uit een antibioticum-kuur, maar leidt niet altijd tot volledige genezing.

Preventie

Teken vormen een serieus gevaar, dus een goede tekenbestrijding is sterk aan te raden. U kunt hierbij zelf veel doen. Controleer uw hond of kat regelmatig op teken, bijvoorbeeld met een kammetje. Mocht u een teek vinden, verwijder deze dan zo snel mogelijk. Dit is het handigst te doen met een speciale tekentang of -pincet. Niet van te voren de teek met alcohol ‘verdoven’, de teek zal dan juist de ziektekiemen, die hij eventueel bij zich draagt, in de hond of kat overbrengen via z’n speeksel. Nadat de teek verwijderd is, is het wèl verstandig om het wondje te ontsmetten met alcohol.

Er zijn veel anti-tekenmiddelen op de markt. Laat u goed informeren over de werking van de verschillende middelen. Zo bestaan er druppels voor in de nek of speciale tekenbanden. Vaak werken anti-tekenmiddelen ook tegen andere parasieten zoals vlooien of zandvliegjes.

Wilt u weten waar uw hond mogelijk gevaar loopt op een besmetting met teken? Download dan nu de nieuwe Teken Speurder app (iPhone en Android). Deze app geeft een overzicht van alle gebieden waar teken gesignaleerd zijn en waar u en uw hond dus een mogelijk gevaar lopen op besmetting. Bovendien kunt u zelf ook locaties toevoegen waar u teken gevonden heeft. Op deze manier waarschuwt u dus weer andere hondeneigenaren. Daarnaast bevat de app informatie over teken en hoe u uw hond tegen teken kunt beschermen. Ook kan u een sms ontvangen om u te vertellen wanneer het weer tijd is om de Scalibor Protector tekenband van uw trouwe viervoeter te vervangen.

Kijk hier voor de GRATIS Teken Speurder smartphone app.

Tumoren bij de hond

Tumoren bij de hond

Bijna de helft van de honden krijgt op latere leeftijd te maken met één of andere vorm van kanker. Jonge honden kunnen ook bepaalde vormen van kanker krijgen, maar dat zien we gelukkig minder vaak.

Wat is kanker en wat kunnen we er aan doen?

In het lichaam zijn cellen continu bezig zich te delen. De oude cellen sterven af, maar door deling ontstaan weer nieuwe cellen. Het lichaam vernieuwt zich steeds. Dit is een ingewikkeld proces dat door het lichaam strak gereguleerd wordt. Af en toe gaat er iets fout bij die deling. In 99,9% van de gevallen heeft dit geen gevolgen voor het lichaam. Het lichaam beschikt gelukkig over een goed bewakingssysteem, waardoor afwijkende cellen snel vernietigd kunnen worden. Echter in een enkel geval krijgt het lichaam het niet onder controle en kan de cel zich ongehinderd blijven delen. Hierdoor ontstaat een tumor. Soms is dat op één plek in het lichaam, maar soms gebeurt het op meerdere plekken tegelijk (bijvoorbeeld lymfeklier kanker).

Waarom krijgt de ene hond wel kanker en de andere niet?

Van bepaalde rassen is bekend dat ze een genetische (erfelijke) aanleg hebben voor bepaalde soorten kanker. Ook is bekend dat in huishoudens waar veel gerookt wordt, de hond een grotere kans heeft op het krijgen van kanker. Tevens blijkt op grond van statistieken dat huisdieren die in de stad verblijven, vaker kanker krijgen dan dieren op het platteland. Maar van veel vormen van kanker weet men de aanleiding niet en kun je van toeval spreken.

Er zijn goedaardige (benigne) en kwaadaardige (maligne) tumoren. Goedaardige tumoren groeien het omringende weefsel niet in, maar drukken het soms wel weg. Ook hebben ze niet de neiging om uit te zaaien naar andere delen van het lichaam. Ze beperken zich meestal tot één soort weefsel en een plek. Een bekende goedaardige tumor bij oudere honden is de vetbult (lipoom). Ondanks dat deze goedaardig is, kan hij wel erg groot kan worden en in de weg gaan zitten.

Kwaadaardige tumoren worden onderverdeeld in twee categorieën: de lokaal kwaadaardige tumoren en de uitzaaiende tumoren.

De lokaal kwaadaardige tumoren groeien het weefsel in waarin ze zijn ontstaan. Ze vormen daarbij kleine uitlopers die steeds verder het omringende weefsel ingroeien. Ze brengen zo veel schade aan het weefsel toe. Ook zijn ze lastig te verwijderen omdat je niet kunt zien waar en hoe diep ze het omringende weefsel indringen.

De uitzaaiende tumoren groeien ook het weefsel in, maar verspreiden daarnaast tumorcellen via lymfe of bloed. De tumorcellen nestelen zich in andere organen, zoals de lever en/of de longen, waar ze ook weer gaan groeien en daar veel schade aanrichten. Deze uitzaaiingen geven meestal meer problemen dan de oorspronkelijke tumor.

Om te weten met welke soort tumor we te doen hebben, worden vaak eerst biopten genomen. Dit kan soms heel eenvoudig: met behulp van een naald zuigen we enkele cellen uit de tumor. Bij inwendige organen, zoals de lever of de milt, gebeurt dit meestal onder echo begeleiding. De cellen worden gekleurd en een deskundige kan dan vaak wel zeggen om wat voor tumor het gaat. Soms is het beter om een stukje weefsel weg te halen voor de diagnose. Het is belangrijk om te weten met welke tumor we van doen hebben. Aan de hand daarvan kan men beslissen wat de beste therapie is.

Er zijn tegenwoordig gelukkig een heleboel mogelijkheden om tumoren te behandelen. Operatie en verwijderen van de tumor is bij goedaardige en lokaal kwaadaardige tumoren altijd de eerste keus. Vaak kunnen hiermee de meeste dieren genezen worden. Bij de lokaal kwaadaardige tumoren moet de tumor wel ‘ruim’ weggenomen worden vanwege de niet zichtbare uitlopers. Soms leidt dit tot het verwijderen van een stuk ribwand of zelfs tot poot amputatie. Als de tumor verwijderd is, wordt deze meestal opgestuurd naar een laboratorium waar men kijkt of de tumor in zijn geheel verwijderd is. Blijken er toch nog uitlopertjes tot aan de rand van het operatiegebied te lopen, moet er of opnieuw geopereerd worden of met bestraling het resterende tumorweefsel verwijderd worden. Dit kan niet bij alle tumoren. Sommige tumoren zijn minder gevoelig voor bestraling. Ook kan de bestraling te veel schade aanrichten aan het omringende gezonde weefsel. Vaak moet men dan wel, soms elke dag, gedurende een paar weken naar een speciale kliniek voor nabehandeling.

Bij uitzaaiende kwaadaardige gezwellen moet eerst gekeken worden of de tumor al uitgezaaid is en naar welke organen. Dit wordt gedaan via echo of een MRI scan. Aan de hand van de hieruit verkregen gegevens wordt er gekeken of na een operatie, chemotherapie een oplossing is. Bij chemotherapie worden stoffen gebruikt die vooral giftig zijn voor sneldelende cellen (tumorcellen). Chemotherapie bij honden wordt met minder ‘heftige’ middelen gedaan dan bij mensen en ook vaak minder intensief. Bij honden zien we dan ook minder bijwerkingen zoals braken, diarree en een verstoring van de bloedaanmaak. De dieren zijn er over het algemeen veel minder ziek door en de haren vallen ook niet uit. Sommige soorten van kanker bij honden (maligne lymfoom) reageren heel goed op chemotherapie en geven de honden in 50-60% van de gevallen een extra overlevingstijd van een jaar.

Immuun therapie wordt tegenwoordig ook bij dieren toegepast. Door bepaalde middelen in de tumor te spuiten wordt het afweerapparaat van de hond zodanig geprikkeld dat het lichaam de tumorcellen aan zal vallen en proberen te vernietigen. Deze behandeling staat echter nog in de kinderschoenen.

Bij al deze behandelingen is het heel belangrijk de kwaliteit van leven van het dier in de graten te houden. Het gaat er niet alleen om dat het dier langer kan blijven leven, maar het moet ook nog een ‘hondwaardig’ leven zijn.

Conclusie is dat het verstandig is om van elk bultje, ook al ziet het er onschuldig uit, een biopt te laten nemen. Aan de hand van de uitslag kan men in overleg tussen eigenaar en dierenarts besluiten wat in dat specifieke geval de beste manier van behandelen is, of zelfs niet behandelen.

Terug naar Honden informatie